Het is al weer even geleden, maar ik wil er toch nog wat over vertellen: Het Bachfestival in Leipzig, afgelopen juni. De Thomaskirche en de Nicolaikirche, waar nogal wat werken van Bach voor het eerst geklonken hebben, zijn hier in Leipzig het hele jaar podium van allerlei Bachwerken. Maar in juni, tijdens het jaarlijkse BachFest, waren er aan één stuk door concerten gevuld met prachtige cantates, uitgevoerd door Ton Koopman, Sir John Elliot Gardiner en Masaaki Suzuki, ieder met hun eigen ensemble en koor. En daar omheen viel er nog te kiezen uit andere concerten, al of niet met werken van Bach, lezingen en rondleidingen. Genoeg te doen dus.
Samen met vriend en mede-Bachliefhebber Nils stortte ik me dus in zoveel mogelijk concerten, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Allemaal cantates, af en toe onderbroken door een kort vocaal werk uit de renaissance, om de oren te ‘resetten’, zoals een van de organisatoren wist uit te leggen. Nou ben ik enigszins bekend met de cantates van Bach: niet met alle pak-m-beet 200, maar een groot deel heb ik beluisterd, en daar weer een deel van beluister ik vaker, en daar weer een deel van…. je snapt ‘t. Een aantal cantates zijn me dierbaar. Bijvoorbeeld ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme‘ (BWV 140). Of ‘Nun komm der Heiden Heiland‘ (BWV 61). Maar hoe bijzonder is het om in één weekend, in zeven concerten, 20 cantates te horen. Van jubelende uitbundige cantates tot ingetogen cantates. Van breekbare aria’s tot wervelende koren en rijke koralen. De hele kosmos aan sferen en emoties trekt dwars door je heen. Prachtige cantates als ‘Sie werden aus Saba allen kommen‘ (BWV 65), ‘Die Himmel erzählen die Ehre Gottes‘ (BWV 76), ‘Komm, die süsse Todesstunde‘ (BWV 161) en ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit‘ (BWV 106), en… zo kunnen we nog heel lang doorgaan.
Daarnaast konden we nog genieten van andere concerten, waaronder Messiaens ‘Quator pour la fin temps’, en Chopins Préludes op. 28. Al met al een fantastische belevenis dus!
コメント